• Kempenhulp Slide1
Belastbaarheid Nederlandse AOW in de Belgische personenbelasting
gepubliceerd op 13-01-2018

Over de belastbaarheid van de AOW in België bestaat al sinds 2007 een discussie tussen de beide landen. Om niet allerlei lastig geschreven uitspraken simpelweg te kopiëren, kiezen wij ervoor om u de regelgeving in begrijpelijk Nederlands toe te lichten.

Voorgeschiedenis:

Na verschillende eerdere standpunten van de Belgische gerechtshoven volgt in februari 2015 een uitspraak van het Belgische Hof van Beroep dat het deel van de AOW dat niet werd opgebouwd met werken in loondienst of als zelfstandige, mag worden vrijgesteld (naar NL) voor de Belgische aangifte personenbelasting.
Het deel dat opgebouwd is door niet te werken (+ door te studeren / of als meewerkend partner in een onderneming / of door vrijwillig verzekerd te zijn voor de AOW) moet/mag dan in Nederland belast blijven.

Dit is een uitspraak die ingaat tegen het dubbelbelastingverdrag tussen België en Nederland; hierin staat beschreven dat de AOW verkregen door een Belgische inwoner in België moet worden belast (woonstaatheffing).
Op basis van de Belgische fiscale wetgeving is een uitkering slechts als pensioen belastbaar indien deze “(...) rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking heeft op de beroepswerkzaamheid”. Dat zou betekenen dat alleen het deel dat met werken in Nederland zou zijn opgebouwd in België zou moeten worden belast.
Volgens de bovengenoemde uitspraak zou er een pro-rata berekening moeten volgen in de belastingaangifte; een splitsing tussen het deel opgebouwd met werken en het deel opgebouwd met niet werken in Nederland.

De Belgische fiscus legt zich echter niet neer bij deze uitspraak; zij willen de AOW volledig laten belasten in België. In mei 2017 stelt het Hof van Cassatie in een Arrest de fiscus in het ongelijk en zij bevestigen het standpunt van het Hof van Beroep van februari 2015. De pro-rata berekening mag dus worden gebruikt in de belastingaangifte.

De fiscus heeft echter altijd het standpunt ingenomen dat de AOW volledig moet worden belast in België.

Het is dus maar de vraag of de Belgische fiscus zich wederom neerlegt bij dit Arrest en het zomaar accepteert als u de pro-rata berekening in uw aangifte zou vermelden. Zou u dit doen in uw aangifte over inkomstenjaar 2017, is het goed mogelijk dat de fiscus een afwijkende aanslag oplegt en uw bezwaar daartegen blijft afwijzen. Wellicht zal u dan uw individueel gelijk moeten halen via de rechtbank. Het is dus van groot belang dat de wetgeving zal worden aangepast.

Tevens dient u er rekening mee te houden dat het in België vrijgestelde deel in een Nederlandse belastingaangifte zal moeten worden aangegeven!

Indien u de pro-rata berekening zou hanteren, moet u met bewijsstukken van officiële instanties aantonen hoe u de jaren van AOW-opbouw heeft opgebouwd.
Het is dus aan te raden pas een splitsing in de aangifte te maken, ALS u voor elk jaar effectief kan aantonen hoe het opgebouwd werd. Alleen de AOW-beslissing van de SVB is niet voldoende; hierop staat alleen of men wel of niet verzekerd was!

In de verzekerde tijdvakken staan op deze overzichten niet uitgesplitst HOE ze werden opgebouwd. Uniforme Pensioenoverzichten, arbeidsovereenkomsten e.d. zullen dan als bewijsstukken moeten dienen; zoals gezegd, geen gemakkelijke opgave.

Het beleid in deze materie van de administratiekantoren is hierin nogal verschillend; er zijn kantoren die deze splitsing maken, er zijn ook kantoren die de klant de mogelijkheid geven tot afzien van de mogelijkheid tot splitsing en de AOW dus volledig in België laten belasten.
Anderzijds is het zo, dat als u nu geen splitsing maakt in uw aangifte, u ook nooit een bezwaar kunt maken tegen een eventuele afwijzing.

Ministerraad 20 juli 2017

In reactie op het arrest van mei 2017 van het Hof van Cassatie heeft de Ministerraad op 20 juli 2017 een voorontwerp van wet houdende diverse fiscale bepalingen goedgekeurd, waaronder begrepen een uitbreiding van de omschrijving van de inkomsten die als pensioen belastbaar zijn in de inkomstenbelastingen, zodat België zijn heffingsbevoegdheid over Nederlandse AOW-pensioenen in alle gevallen kan uitoefenen. De aangekondigde wetswijziging zou van toepassing zijn op de inkomsten genoten vanaf 1 januari 2017.
Dit zou dus de hele pro-rata berekening van het Arrest van mei 2017 komen te laten vervallen!

BELANGRIJK: Laatste update januari 2018

Op 25 december 2017 heeft de Belgische wetgever intussen het standpunt van de fiscus bijgetreden en zal de AOW in alle omstandigheden, ongeacht hoe ze werd opgebouwd, belast worden in België.
Hiervoor werd er een aanpassing gedaan in art. 34 van het Belgische WIB92:

Art. 34, § 1, 1°, is van toepassing op de inkomsten die worden betaald of toegekend vanaf 01.01.2017 (art. 9 en 11, 1ste lid, W 25.12.2017 - B.S. 29.12.2017; Numac: 2017014380)

§ 1. Pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen omvatten, ongeacht de schuldenaar, de verkrijger of de benaming ervan en de wijze waarop ze worden vastgesteld en toegekend: (uitleg: opbouw uit werken of niet werken maakt geen verschil)

1° pensioenen en lijfrenten of tijdelijke renten, alsmede als zodanig geldende toelagen, die worden toegekend in het kader van een wettelijke sociale beschermingsregeling (uitleg: plus AOW) of rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op een beroepswerkzaamheid;
1°……..

De AOW die werd opgebouwd met vrijwillige verzekeringsbijdragen lijkt vooralsnog aan de Belgische heffingsbevoegdheid te ontspringen.

Indien u nog aanvullende vragen hieromtrent heeft kunt u ons altijd uw vraag via mail stellen.

Roger Debouille
Adviesbureau Kempenhulp BVBA