• Kempenhulp Slide1
Verklaring inzake vrijstelling voor de loonheffing/premies volksverzekeringen voor pensioenen hoger dan € 25.000/jaar
gepubliceerd op 06-01-2018

Ter voorkoming van het betalen van dubbele belastingen over uw inkomen, werd er tussen België en Nederland een dubbel belastingverdrag afgesloten.

Volgens artikel 18 in dat verdrag worden pensioenen, die geen overheidspensioenen zijn, in het woonland (BE) belast. In het land waaruit ze afkomstig zijn (NL) wordt dan een vrijstelling gegeven voor de loonheffing en de premies volksverzekeringen. 

Voor lijfrenten boven de € 25.000/jaar geldt een aparte paragraaf; wanneer men met alle lijfrente-uitkeringen boven dit bedrag per jaar komt én men heeft bij de opbouw van die lijfrente in NL fiscaal voordeel genoten én de lijfrenten worden niet aan de Belgische progressieve belastingtarieven belast, dan worden deze lijfrente(n) in NL belast. 

Blijft de uitkering onder de € 25.000/jaar geeft NL een vrijstelling loonheffing en mag u in België deze uitkering aangeven aan een gunsttarief van 3% van het vrijgekomen kapitaal.

Pensioenen boven de € 25.000/jaar

Op grond van Belgische jurisprudentie heeft Nederland bepaald dat België de Nederlandse pensioenen niet conform de voorwaarden in het belastingverdrag in haar belastingheffing betrekt. Hierbij gaat het om een totale pensioenuitkering van meer dan € 25.000/jaar. (Hierover in een volgende blog meer)

Dit houdt in dat Nederland geen vrijstelling loonheffing meer geeft voor pensioenuitkeringen boven de € 25.000/jaar. Er wordt wel bepaald dat men niet premieplichtig is voor de volksverzekeringen én dat men niet verzekerd en premieplichtig is voor de Zvw. Ondanks dat men niet verplicht verzekerd is, kan Nederland toch een buitenlandbijdrage (verdragsbijdrage) op het pensioeninkomen inhouden via het CAK. Indien u ten laste komt van België voor de sociale zekerheid worden deze verdragsbijdragen niet ingehouden. 

De vrijstellingen op de pensioenen waarop reeds vrijstelling werd verleend en die gezamenlijk boven de € 25.000/jaar bedragen zullen door de Nederlandse belastingdienst worden ingetrokken. Inmiddels stuurde de Belastingdienst hiervoor al enkele duizenden brieven naar de belastingplichtigen. 

Gevolg:

Een maatregel die grote gevolgen kan hebben voor de belastingplichtige pensioengerechtigde:

Nederland geeft aan dat door het belastingverdrag de heffing aan Nederland wordt toegewezen. In het huidige verdrag staat echter niet, dat het pensioen in België mag vrijgesteld worden naar Nederland; het pensioen voldoet volgens België immers niet aan alle voorwaarden om in Nederland te mogen worden belast. Dat wil zeggen dat de belastingplichtige vooralsnog met een dubbele heffing geconfronteerd wordt. 

De Belgische FOD Financiën meent immers eveneens in de meeste gevallen de heffingsbevoegdheid te hebben over deze Nederlandse pensioenen. Zij geven aan dat in de gevallen dat er dubbele belastingheffing ontstaat, de belastingplichtige zich in België bij de FOD Financiën moet melden om een verzoek tot onderling overleg (tussen de twee landen) in te dienen. 

De huidige beslissing is op zijn minst vreemd te noemen, te meer omdat de belastingplichtige bij het opbouwen van zijn aanvullende pensioenen hiervoor geen belastingaftrek in zijn belastingaangifte heeft genoten. Fiscale faciliëring is er echter wel geweest tijdens de opbouw, omdat de pensioenpremies in mindering op het inkomen werden gebracht om tot het belastbare inkomen te komen. 

Het probleem zit echter, zoals hierboven gezegd, in de wijze waarop België de Nederlandse pensioenen zou belasten. Belgische rechtspraak zegt dat bepaalde Nederlandse pensioenen in België niet worden belast als een pensioen en derhalve niet worden belast aan dezelfde tarieven als die die van toepassing zijn op lonen. De Belgische Administratie geeft op haar beurt aan zich niet te houden aan deze uitspraak en de Nederlandse pensioenen wel degelijk te belasten aan de normale progressieve tarieven. De Administratie is van mening dat België dus de heffingsbevoegdheid blijft houden.

Voor alle duidelijkheid; de AOW wordt in deze regeling niet meegenomen, het gaat alleen om de aanvullende (bedrijfs)pensioenen in de tweede pensioenpijler. 

Eveneens zal er een gevolg zijn voor het doen van een Nederlandse aangifte inkomstenbelasting. Indien er in Nederland loonheffing wordt ingehouden, zal er via een aangifte getoetst moeten worden of deze inhoudingen correct zijn gebeurd. Belastingplichtigen die door de vrijstelling(en) loonheffing nu geen aangifteplicht meer hebben, zullen dus wellicht in de toekomst wel weer een Nederlandse aangifte moeten doen. 

Anderzijds zou een klein voordeel kunnen zijn dat als u alleen een aanvullend pensioen(en) heeft, u wel als Kwalificerend buitenlands belastingplichtige kan worden aangemerkt en recht zou hebben op hypotheekrenteaftrek en overige aftrekposten. 

Indien België akkoord zou gaan om de belastingheffing aan Nederland te laten, zal dit voor de belastingplichtige in bepaalde situaties wellicht gunstiger kunnen uitpakken. Blijft dat er dan wel sprake blijft van progressievoorbehoud voor de in België belaste inkomsten én er in België gemeentelijke opcentiemen over de pensioenen zullen worden geheven.

Begin 2018 zullen er onderhandelingen plaatsvinden tussen België en Nederland om dit heikele punt in de verdragsonderhandelingen opgelost te krijgen. Als u deze informatie leest zullen er waarschijnlijk alweer nieuwe ontwikkelingen zijn. 

Adviesbureau Kempenhulp BVBA volgt deze informatie op de voet en zal u hierover blijven informeren.

Indien u nog aanvullende vragen hieromtrent heeft kunt u ons altijd uw vraag via mail stellen. 

Roger Debouille 

Adviesbureau Kempenhulp BVBA